Siem, een bruggetje van onschatbare Waarde

Ervaringsdeskundige-vrijwilliger als schakel tussen cliënt en zorgprofessional
Siem, een bruggetje van onschatbare waarde

Hij oogt vrolijk en ís vrolijk. Grijs haar, een grijs sikje, een bruine snor en ik elke oorlel een grote, kleurige versiering. Naast hem ligt zijn onafscheidelijke pakkie shag. “De enige verslaving die ik nog heb”, zegt Siem met een trotse glimlach. “Ach…als dat alles is….”,  klinkt het er nonchalant maar tevreden achteraan. Siem Groot Zwaaftink praat makkelijk, kan goed luisteren en stelt mensen op hun gemak. En bovendien: hij kan ‘out of the box’ denken, een heel groot voordeel in de zorgsector waar alles van regeltjes en protocollen aan elkaar hangt.

Met zijn 49 jaar heeft Siem een bijna onbeschrijfelijk rot verleden achter zich, maar een prachtige toekomst voor zich. Een toekomst als ervaringsdeskundige binnen de psychiatrische zorg. Siem is het ‘bruggetje’ tussen zorgprofessional en cliënt, zoals er waarschijnlijk maar weinigen rondlopen. Eentje van onschatbare waarde. Voorlopig nog op de gesloten afdeling Esquirol op Brinkgreven, maar over een paar jaar – als het aan Siem zelf ligt – als zzp’er, die je kunt inhuren. Hij heeft een hoop te vertellen en beschikt over een eindeloze hoeveelheid negatieve – en sinds een aantal jaren ook positieve – levenservaring.

Brandewijn
Siem is drie jaar oud, als hij van zijn vader de eerste glaasjes brandewijn naar binnen gegoten krijgt. Maar het blijft niet bij die eerste paar glaasjes. Een jaar later weet hij blindelings zelf de fles te vinden. Vier jaar: een kleuter die naar de fles grijpt. Verslaafd! Onvoorstelbaar.

Vanaf zijn vijfde zwerft Siem vooral rond op de Zeedijk in het centrum van zijn toenmalige woonplaats Amsterdam. De lagere school maakt hij weliswaar af, maar wat volgt is een leven vol drank en drugs. Een opeenstapeling van doffe ellende: zware depressies, PTSS, borderline, narcistische symptomen, een zelfmoordpoging, een stuk of wat gedwongen opnames en altijd weer die drank en drugs. Ontwenningsklinieken hielpen hem niet. En als je weer buiten staat is er een meter of vijftig verder op wel een café of slijterij waar je linea recta naar binnen kunt duiken. “Ik geloof dat maar een procent of vijf na zo’n afkickkliniek daadwerkelijk van de drank of drugs afblijft”, zegt Siem veel betekenend. “Je moet het allemaal helemaal zelf doen.”Zo nu en dan wordt hij emotioneel, moet hij een paar tranen weg wrijven als hij over zijn verwoeste jeugd vertelt. “Sorry”, zegt hij welgemeend met gebroken stem. Sorry… waarvoor?  Hij kan er niks aan doen, het is hem overkomen, die onvoorstelbare rotjeugd, die geen jeugd was. Siem is nooit kind geweest. Hij moest overleven onder de meest bizarre omstandigheden.

Klein boerderijtje
Als Siem tien is verhuist hij naar Lelystad en daarna naar Deventer waar hij nu bijna 25 jaar woont, samen met zijn vrouw Astrid die hij zo’n kwart eeuw geleden leerde kennen. Tijdens een treinreis was dat. “Ja, mooi hè. Ik wist alleen niet of de liefde ook van haar kant kwam. Door haar ben ik ook gaan afkicken. En dat wij al zo lang bij elkaar zijn… Dat zie je tegenwoordig niet veel. Zo lang bij elkaar als wij. Elf jaar zijn we nu getrouwd”, zegt hij niet zonder trots. “En uit Deventer wil ik nooit meer weg. We wonen nu in een leuk huurhuisje, maar de omgeving is nogal lawaaierig. Daar hou ik niet zo van. Het liefst wil ik in een klein boerderijtje wonen”, blikt hij in zijn gewenste toekomst.

Ondanks alle verslavingen en ellende werkte Siem zo nu en dan een aantal jaren. Bijvoorbeeld in de bouw of in een zagerij. Het leverde hem voldoende guldens op om niet te hoeven stelen om aan zijn middelen te komen. “Ja, daar ben ik trots op, nooit iets gestolen”, terwijl hij toch telkens weer in aanraking kwam met drank en drugs.

Dankbaar werk
Na verloop van tijd kreeg Siem een baan als leidinggevende bij Sallcon, de sociale werkvoorziening in Deventer. Hij had een groep van acht autisten onder zich. “Heerlijk werk. Als één van mijn  mensen niet lekker in zijn vel zat, ging ik met hem praten. Gewoon een menselijk praatje. Heel dankbaar”, zegt Siem terugkijkend. Maar zijn leidinggevende dacht daar heel anders over. Die eiste productie en vooral niet al te veel menselijk medeleven. “Die man boven me vond mijn werkwijze maar niks. Op een gegeven moment werd ik dusdanig getreiterd, dat ik het niet meer trok en ben ik in de Ziektewet terecht gekomen. Ja, en toen kreeg ik natuurlijk een terugval en ging ik weer aan de drank en de hasjiesj. Nee, niet meer aan de harddrugs. Daar ben ik nu 26 jaar van af. Maar ja, ik kwam natuurlijk wel in een neerwaartse spiraal terecht.”

Hopeloos geval
Siem had inmiddels een Wajong-uitkering. Honderd procent afgekeurd. Een ‘hopeloos geval’, zoals hij door de uitkeringsinstantie werd omschreven. Uitzichtloos, zou je zeggen. Kansloos. Siem moet er nu om lachen.

Niks kansloos. Niks uitzichtloos. Hoewel…. Vijf jaar geleden ging zijn Astrid een avond en nacht weg. “Als ze morgen thuis komt, vindt ze me wel, dacht ik. Het kon me allemaal niets meer schelen.” Maar die zelfmoordpoging mislukte. En hij was woest, ongelofelijk woest. Juist tóén ging bij Siem de knop om. “Ik kreeg toen heel sterk het gevoel dat ik mijn jeugd moest inhalen. En toen ben ik op een heel positieve sneltrein gesprongen. En daar zit ik nu nog in.” Hij ging de cursus ‘Herstellen doe je zelf’ doen. Die werd gegeven door Anne-Marie Stik, ervaringsdeskundige en ervaringswerker bij de Dimence Groep. Zij bleek een enorme stimulans.

Toen Siem had besloten dat hij zijn verleden zo veel mogelijk achter zich wilde laten, koos hij voor werk in de zorgverlening. Zich nuttig maken voor anderen. Maar ja, hoe kom je binnen bij een instelling als de Dimence Groep en vind je de juiste persoon. “Gewoon in de telefoon gekropen. Net zo lang tot ik iemand te pakken kreeg die mij kon helpen”,  is het verrassend simpele antwoord. “Begin dit jaar kwam ik in contact met Edwin Burgman, projectmedewerker bij Wijz. Hij bracht Siem in contact met Monique Westrup, stafmedewerker van het Servicepunt Vrijwilligerswerk, die hem in oktober plaatste op Brinkgreven. “Ik heb dus zelf geregeld dat ik hier terecht ben gekomen”, glimlacht hij trots.

Esquirol
Sinds begin oktober is Siem vier dagen in de week te vinden op Esquirol. “Zo’n vier à vijf uur per dag. Soms wordt het me wat te veel en ga ik bijvoorbeeld na een uur al weer weg. Maar het is de bedoeling, dat ik naar vier keer zes ga. Vier dagen van zes uur. Langzaam opbouwen. Daar heb ik anderhalf jaar de tijd voor. En ik weet ook zeker dat het me allemaal gaat lukken.”

“Anne-Marie Stik”, aldus Siem, “heeft heel veel voor mij betekend om mij deze richting in de brengen. Ze heeft mij het vertrouwen gegeven dat ik als ervaringsdeskundige een aanwinst kan zijn. Ze heeft me echt geholpen om de stap te nemen.”

Rust uitstralen
En nu is Siem dus, zoals het formeel heet, vrijwilliger-ervaringsdeskundige. Praten met cliënten, er altijd voor hen zijn. Een babbeltje hier, een praatje daar. Gewoon zijn aanwezigheid in de huiskamer van Esquirol straalt al rust uit. De problematiek van de cliënten kent hij als geen ander van binnenuit. Veel beter dan de professioneel geschoolde medewerkers binnen Esquirol. Siem heeft het jarenlang allemaal zelf meegemaakt. Hij spreekt hun taal, voelt aan wat ze bedoelen en hoe je ze moet benaderen. Siem is dat onvoorstelbaar dankbare bruggetje tussen zorgprofessional en cliënt.

In tegenstelling tot al die zorgprofessionals kent Siem geen tijdsdruk. Hij heeft de tijd om te luisteren naar andermans verhaal en ellende en straalt rust uit. Cliënten worden rustig van hem, soms alleen al als hij naast hen komt zitten. In de korte tijd dat Siem bij Esquirol werkt, heeft hij op iedereen al geweldige indruk gemaakt. Of, zoals een van de medewerkers het uitdrukt, ‘jij bent dat warme dekentje’.

Wandelen en sieraden
“Ik ga heel veel wandelen met de cliënten. Dat vinden ze heerlijk. En dan kom je soms tot hele mooie gesprekken. Laatst nog vroeg iemand me op een wat trieste manier: ‘Hoe zullen ze mij herinneren, straks als ik dood ben; ik laat niets achter. Nou, zeg ik, moet je eens achter je kijken… allemaal voetstappen. Prachtig toch, daar ligt een deel van jouw geschiedenis die zo bewaart blijft. En ik heb ze aan het sieraden maken gekregen. Eerst zijn ze heel hyper, maar zodra ze twee kralen in de hand hebben… dan zie je ze ontspannen.”

Siem wil meer
Siem wil meer. Hij wil de opleiding tot ervaringsdeskundige volgen. “Maar ik wil ook andere opleidingen en cursussen binnen de psychiatrie doen en uiteindelijk als zzp’er aan de slag gaan.” Zelf is hij ervan overtuigd dat hem dat gaat lukken. Zijn ouders – en hijzelf – zullen dat nooit hebben gedacht toen hij als peuter al verslaafd was gemaakt.

Hij geniet nu van het leven, van zijn werk en van zijn relatie. “En van al dat moois dat ik mee maak, zie en vooral voel”, zegt hij volkomen tevreden.

Gouden gozer
Even terug naar de eerste contacten met Dimence. In één van zijn eerste gesprekken sprak Siem met Edwin Burgman en vertelde hem dat hij als vrijwilliger wel iets wilde doen in de geestelijke gezondheidszorg. Edwin: “Er zat een ontzettende leuke man tegenover me, die natuurlijk een levensverhaal heeft, maar waar heel veel energie in zit en die een mooie kijk heeft op de zorg. Het mooie was dat hij door zijn ervaring kon vertellen wat er vanuit de menselijke kant ontbreekt in de ggz-zorg. Vooral ook dat je het niet altijd over de behandeling moet hebben, maar over andere dingen. Iemand is veel meer dan een cliënt, maar ook een broer of een zus, of een vader of moeder of een voetballer, noem maar op…. Daarin zag hij voor zichzelf wel een rol. Siem is een type die dat bij cliënten naar boven kan halen, kan stimuleren. Hij is een man, die op een positieve manier bij mensen binnenkomt en iets kan raken. Ik kreeg bij hem het gevoel dat hij een vrijwilliger is die we zo snel mogelijk zouden moeten inzetten.  Want Siem is een heel open persoon een “gouden gozer.”

Hartstikke gemotiveerd
Zijn begeleider bij Esquirol is George Gillissen. Ook hij is bijzonder goed te speken over Siem. “Hij is warm, maakt gemakkelijk contact. Siem is hartstikke gemotiveerd en maakt naar de cliënten complimenten. Hij is zeker een aanvulling binnen het team; absoluut iemand met meerwaarde. Ja, ik ben blij met hem.”