Julie Scholten en Anne Kobes voelen zich nuttig en thuis in de psychiatrie.

“Ach, niet wéér ouderen...”
Julie Scholten en Anne Kobes hebben beiden vorig jaar stage gelopen bij Dimence in Stadshagen. Daar kregen ze dagelijks te maken met oudere, psychiatrische patiënten. “Ah, niet weer ouderen”, was vooraf de reactie van Julie, toen zij als derdejaars Maatschappelijke Zorg met uitstroomprofiel Agogische Medewerker GGZ (mond vol) bij Landstede te horen kreeg dat ze een plek kreeg op de afdeling Ouderenpsychiatrie. En ook voor klasgenote Anne Kobes waren de ouderen (acute opnames) niet haar eerste keus. “Maar ik wilde het proberen, omdat ik nog niet wist met welke doelgroep ik graag wilde werken.” Al snel bleek die stageplek beiden een schot in de roos. En trouwens ook voor Dimence die voor het eerst met dergelijke stageplaatsen werkte.

Stage resulteert in social bag
Stages zijn vooraf zelden wat ze in de werkelijke praktijk blijken te zijn. “In mijn eerste leerjaar had ik stage gelopen met demente ouderen. Dat beviel mij helemaal niet”, vertelt Julie Scholten eerlijk in haar stageverslag. “Over deze stage ben ik echter heel positief. Het heeft al mijn verwachtingen overtroffen. Ik heb hier onwijs veel geleerd.”

Dat beide klasgenoten zo tevreden terug blikken, heeft veel te maken met hun eigen initiatief. Werken in de Terp in Zwolle vonden ze allebei leuk, maar ze hadden het gevoel dat ze zich meer konden ontwikkelen op een psychiatrische afdeling bij Dimence. Na een gesprek met Erik van Rosmalen, die de stageplekken verdeelt, kwamen ze daar terecht.

Social bag
Vanzelfsprekend moesten ze allerlei voor de hand liggende werkzaamheden doen, zoals wandelen, sporten, spelletjes of boodschappen doen, gesprekjes voeren met cliënten, noem maar op. “Het zijn kleine dingen, maar het betekent heel veel voor sommige mensen”, aldus Anne.

Al snel kregen Julie en Anne een speciale taak. Julie: “Vanuit de afdeling hebben we een project opgezet: ”social bag”. Dat draait helemaal om de terugkeer in de maatschappij. Je moet je eens voorstellen”, schrijft Julie, “als je een paar maanden (of zelfs een jaar) op een gesloten afdeling bent geweest en dan plots weer naar huis gaat. Dat kan best lastig zijn. Met dit project hielpen wij patiënten, die weer naar huis gingen, om het dagelijks leven weer op te pakken.”

Tas
Anne legt het in haar stageverslag wat verder uit: “De social bag is een tas waar verschillende informatie inzit. Bijvoorbeeld folders van allerlei activiteiten die ze in hun buurt kunnen doen. Maar ook belangrijke telefoonnummers.”

Julie: “Denk maar aan het zoeken van een passende dagbesteding, het zoeken naar een maatje, hulp bij het organiseren van allerlei dingen. Door dit project heeft het personeel meer ruimte gekregen om aan andere dingen te werken.”

Persoonlijk
Anne: “De tas wordt persoonlijk gemaakt. Wanneer iemand naar huis mocht, gingen Julie en ik met die patiënt in gesprek om te kijken waar de behoeftes lagen, waar ondersteuning nodig was en dergelijke. Na dat gesprek gingen wij op zoek naar allerlei soorten informatie die we in de tas konden doen. De bedoeling van de sociale bag is dat de kans op een heropname wordt verkleind.”

Julie, zo schrijft ze in haar stageverslag, vond het erg fijn dat de collega’s hen ook kenden. “Zij wisten wie wij waren en wat wij voor hen konden doen. Voor de afdeling was het eerst wel wennen, omdat wij de eerste stagiaires waren op de afdeling. We moesten ook vaak duidelijk laten merken waar we mee bezig waren en waar wij hen mee konden helpen.”

Personeelstekort
Over de steun door stagebegeleider Ruby Blom zijn Julie en Anne bijzonder tevreden. “Ik kon met al mijn vragen bij haar terecht en ze wilde mij overal bij helpen, ”aldus Julie. “Als er iets was waarbij ze mensen nodig had, dan vroeg ze ons om mee te helpen. Zo hebben wij een interview gegeven voor een krant over onze ervaringen binnen met het thema personeelstekort.”

Beide dames zijn het er over eens: het was een ‘superleuk project’ waar ze ‘super veel’ van hebben geleerd. “Een goede aanrader voor studenten die zijn geïnteresseerd in de psychiatrie!”